Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Psalmen 18

Psalmen

Index

Hoofdstuk 19

1


 

  Een psalm van David, voor den opperzangmeester. De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt Zijner handen werk.  

 

 


2


 

  De dag aan den dag stort overvloediglijk spraak uit, en de nacht aan den nacht toont wetenschap.  

 

 


3


 

  Geen spraak, en geen woorden zijn er, waar hun stem niet wordt gehoord.  

 

 


4


 

  Hun richtsnoer gaat uit over de ganse aarde, en hun redenen aan het einde der wereld; Hij heeft in dezelve een tent gesteld voor de zon.  

 

 


5


 

  En die is als een bruidegom, uitgaande uit zijn slaapkamer; zij is vrolijk als een held, om het pad te lopen.  

 

 


6


 

  Haar uitgang is van het einde des hemels, en haar omloop tot aan de einden deszelven; en niets is verborgen voor haar hitte.  

 

 


7


 

  De wet des HEEREN is volmaakt, bekerende de ziel; de getuigenis des HEEREN is gewis, den slechten wijsheid gevende.  

 

 


8


 

  De bevelen des HEEREN zijn recht, verblijdende het hart; het gebod des HEEREN is zuiver, verlichtende de ogen.  

 

 


9


 

  De vreze des HEEREN is rein, bestaande tot in eeuwigheid, de rechten des HEEREN zijn waarheid, samen zijn zij rechtvaardig.  

 

 


10


 

  Zij zijn begeerlijker dan goud, ja, dan veel fijn goud; en zoeter dan honig en honigzeem.  

 

 


11


 

  Ook wordt Uw knecht door dezelve klaarlijk vermaand; in het houden van die is grote loon.  

 

 


12


 

  Wie zou de afdwalingen verstaan? Reinig mij van de verborgene afdwalingen.  

 

 


13


 

  Houd Uw knecht ook terug van trotsheden; laat ze niet over mij heersen; dan zal ik oprecht zijn en rein van grote overtreding.  

 

 


14


 

  Laat de redenen mijns monds, en de overdenking mijns harten welbehagelijk zijn voor Uw aangezicht, o HEERE, mijn Rotssteen en mijn Verlosser!   

 

 


Psalmen 20

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: