Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Psalmen 28

Psalmen

Index

Hoofdstuk 29

1


 

  Een psalm van David. Geeft den HEERE, gij kinderen der machtigen! geeft den HEERE eer en sterkte.  

 

 


2


 

  Geeft den HEERE de eer Zijns Naams, aanbidt den HEERE in de heerlijkheid des heiligdoms.  

 

 


3


 

  De stem des HEEREN is op de wateren, de God der ere dondert; de HEERE is op de grote wateren.  

 

 


4


 

  De stem des HEEREN is met kracht, de stem des HEEREN is met heerlijkheid.  

 

 


5


 

  De stem des HEEREN breekt de cederen; ja, de HEERE verbreekt de cederen van Libanon.  

 

 


6


 

  En Hij doet ze huppelen als een kalf, de Libanon en Sirjon als een jongen eenhoorn.  

 

 


7


 

  De stem des HEEREN houwt er vlammen vuurs uit.  

 

 


8


 

  De stem des HEEREN doet de woestijn beven; de HEERE doet de woestijn Kades beven.  

 

 


9


 

  De stem des HEEREN doet de hinden jongen werpen, en ontbloot de wouden; maar in Zijn tempel zegt Hem een iegelijk eer.  

 

 


10


 

  De HEERE heeft gezeten over den watervloed; ja, de HEERE zit, Koning in eeuwigheid.  

 

 


11


 

  De HEERE zal Zijn volk sterkte geven; de HEERE zal Zijn volk zegenen met vrede.   

 

 


Psalmen 30

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: