Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Psalmen 135

Psalmen

Index

Hoofdstuk 136

1


 

  Looft den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid;  

 

 


2


 

  Looft den God der goden; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.  

 

 


3


 

  Looft den Heere der heren; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.  

 

 


4


 

  Dien, Die alleen grote wonderen doet; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.  

 

 


5


 

  Dien, die de hemelen met verstand gemaakt heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.  

 

 


6


 

  Dien, Die de aarde op het water uitgespannen heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.  

 

 


7


 

  Dien, Die de grote lichten heeft gemaakt; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.  

 

 


8


 

  De zon tot heerschappij op den dag; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.  

 

 


9


 

  De maan en sterren tot heerschappij in den nacht; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.  

 

 


10


 

  Dien, Die de Egyptenaren geslagen heeft in hun eerstgeborenen; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.  

 

 


11


 

  En heeft Israel uit het midden van hen uitgebracht; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.  

 

 


12


 

  Met een sterke hand, en met een uitgestrekte arm; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.  

 

 


13


 

  Dien, Die de Schelfzee in delen deelde; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.  

 

 


14


 

  En voerde Israel door het midden van dezelve; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.  

 

 


15


 

  Hij heeft Farao met zijn heir gestort in de Schelfzee; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.  

 

 


16


 

  Die Zijn volk door de woestijn geleid heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.  

 

 


17


 

  Die grote koningen geslagen heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.  

 

 


18


 

  En heeft heerlijke koningen gedood; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.  

 

 


19


 

  Sihon, de Amorietischen koning; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.  

 

 


20


 

  En Og, den koning van Basan; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.  

 

 


21


 

  En heeft hun land ten erve gegeven; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.  

 

 


22


 

  Ten erve aan Zijn knecht Israel; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.  

 

 


23


 

  Die aan ons gedacht heeft in onze nederigheid; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.  

 

 


24


 

  En Hij heeft ons onzen tegenpartijders ontrukt; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.  

 

 


25


 

  Die allen vlees spijs geeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.  

 

 


26


 

  Looft den God des hemels; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.   

 

 


Psalmen 137

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: